Wisselend succes voor jonge makers op de Parade
Op de zondagavond in Utrecht viel de Parade niet mee. Regen joeg veel toeschouwers weg. Toch waren veel voorstellingen zeer goed bezet. Er zijn vooral jonge theatermakers te zien. Met wisselend succes.
Kim Karssen viel op in voorstellingen van De Warme Winkel en met Florian Myjer. Bij Frascati maakte ze een solo die na de zomer op tournee gaat en op De Parade is ze present met een tweede solo. Uit een recent interview in de Volkskrant blijkt de levendige performer geen alledaagse persoonlijkheid die het niet altijd makkelijk heeft. Haar meest recente voorstelling is expressief en zeer persoonlijk maar interessant of grappig wil het nergens worden. In een enorm tempo jaagt Karssen er in veertig minuten heel erg veel zinnen doorheen die vooral gaan over haar gedrag op feestjes en over seks. De 26-jarige Karssen maakt ons deelgenoot van een zoektocht naar wat het leven de moeite waard maakt. Dat gaat gepaard gaat met veel onzekerheid. Misschien is het maken van deze voorstelling voor haar waardevol. Don’t rain on my pereet is waarschijnlijk komisch bedoeld, maar de humor is mij ontgaan, in de Parade-tent klonk maar zelden een vette lach. **
De schaamteloze niets ontziende humor van het duo Rundfunk is inmiddels wereldberoemd in Nederland. In het half uurtje op de Parade laten Tom van Kalmthout en Yannick van de Velde nog eens zien hoe terecht dat is. Met slechts een poef en wat kussens vermaakt het duo het publiek moeiteloos met vier korte scènes die altijd grappig zijn met soms briljante momenten. De absurditeit in de teksten van de twee is even grof als geniaal met prachtige omdraaiingen in de dialogen. Dat het duo perfect op elkaar is ingespeeld maakt Schnabbel een groot plezier om naar te kijken. ****
Marouan Bendehmane en Sebastiaan de Bie zijn de motor achter Funeral Crashers. Ze schijnen echt te bestaan, mensen die ongevraagd op begrafenissen verschijnen. Het is de vraag of dat grappig is. In de voorstelling die Bendehmane en De Bie schreven leek dat wel de bedoeling, maar is de humor flauw en mist het script richting. De begrafenis betreft de badmeester. Hij is verdronken. ‘Het bad werd hem meester.’ Die zin is maatgevend voor de humor van de drie vrienden die de begrafenis bezoeken. Er is ook nog een vrouwelijke begrafenisondernemer die haar eerste uitvaart doet. Het hoe en waarom van dit personage blijft onduidelijk. De voorstelling eindigt met Duiven van depressie, een liedje waarbij de performers het publiek uiteindelijk min of meer dwingen te gaan staan om mee te zingen. Ook dat is niet zo grappig. **