BOG. / Het Zuidelijk Toneel – Iemand die slaapt
Empathische oefening in onthechting
Gezien op:
Te zien t/m:
De Vlaams-Nederlandse theatercollectie (bewust zonder f) van jonge makers BOG. is volwassen geworden. Met een onmiskenbaar eigen gezicht bevraagt BOG. in elke voorstelling een onderwerp dat te groot lijkt om te bevatten. In het avontuurlijke, uitdagende en ongemeen grappige KID was dat het onderscheid tussen volwassenen en kinderen, in Iemand die slaapt is dat het verlangen te ontsnappen aan alles.
Wat beide voorstellingen gemeen hebben en waarin ze verschillen van eerdere voorstellingen, is dat BOG. ook de eigen vorm bevraagt. Met KID werd voor het eerst een jeugdtheatervoorstelling gemaakt, voor Iemand die slaapt vormde voor het eerst een bestaande tekst de basis: George Perecs korte roman Een man die slaapt (1967). Perec is een soort idool voor BOG. en voor de voorstelling trokken de makers naar Parijs om er dezelfde wandelingen af te leggen als de hoofdpersoon in het boek.
In de roman trekt een man in een bloedhete Parijse zolderkamer zich terug uit de maatschappij waaraan hij verwacht deel te nemen. De reden daarvoor wordt niet gegeven. Net als in de roman speelt BOG. de voorstelling in de jij-vorm en maakt hem nog universeler door te kiezen voor het het genderneutrale Iemand die slaapt. Knap is hoe in de tekstbewerking vrijwel elke zin sneuvelde en werd aangepast, maar de sfeer van Perec volkomen intact blijft.
De voorstelling begint met Benjamin Moen, weifelend, achteloos. Langzaam gaat het tempo omhoog, nemen de andere spelers (Judith de Joode, Lisa Verbelen, Sanne Vanderbruggen) het van hem over, maar juist in deze meerstemmigheid blijft BOG. één. Ook als vierkante speelvlak, dat als de chaos en twijfel in het hoofd van de collectieve verteller de overhand krijgt, begint te draaien. Eerst langzaam, maar steeds sneller. Stilstand is alleen nog mogelijk door tegen de draairichting in te lopen. De gekleurde kleding is dan al verruild voor uniforme kledij.
Cruciaal hierbij is slagwerker Nina de Jong. Zij verklankt niet alleen wat niet in woorden is te vatten of in woorden te expliciet zou zijn, maar bovenal dat waaraan je niet kunt ontsnappen en geen controle over hebt. Ook zij begint zacht, belletjes haast strelend, maar creëert na een uur een allesoverheersende muur van geluid. Wat rest, is de aarzelende stilte van het begin, het besef dat totale onthechting niet mogelijk is. Niemand kan het alleen. Daarmee is Iemand die slaapt net als de roman van Perec niet nihilistisch, maar universeel en zelfs empathisch.
Foto: Jan Rymenants