Rast maakt Koerdische opera ondanks tegenwerking
In Diyarbakır, de onofficiële hoofdstad van Koerdistan, maakt regisseur Celil Toksöz van Theatergroep Rast zijn Tosca, een bewerking van de beroemde opera van Puccini die vanaf eind oktober in Nederland te zien is. Althans dat was het plan. Maar handlangers van Erdogan joegen de theatermakers weg. Nu repeteren ze in Istanbul.
Toksöz aan de telefoon vanuit Istanbul: Het werd te gevaarlijk voor de spelersgroep in Diyarbakır, ze moesten weg. ‘Het bewind van Erdogan heeft in augustus diverse democratisch gekozen Koerdische burgemeesters afgezet, ook in Diyarbakır. Ons project is gestopt. We konden opeens het theater niet meer in. Kostuums weg, instrumenten weg, echt een ramp. We repeteren nu in Istanbul. Drie muzikanten konden niet mee. Gelukkig hebben we vervangers, maar het is wel ingewikkeld nu. Maar iedereen wil door. Het is een erekwestie. Hoe dan ook: we zullen Tosca spelen in Nederland.’
De in Diyarbakır geboren theatermaker Celil Toksöz maakte zeven jaar geleden met zijn Hamlet in de Koerdische taal een politiek statement. Sinds een Turkse parlementariër zich ooit liet ontvallen dat het Koerdisch een bergtaal is waarin je natuurlijk geen Hamlet kunt vertolken, voelde Toksöz zich uitgedaagd. ‘Het was voor mij een prikkel dat een vlammetje werd, waarna het vuur werd.’
Kunst altijd politiek
Toksöz repeteerde dus eerst in Diyarbakir en ook dat was allerminst vanzelfsprekend. ‘Een jaar geleden zag het er naar uit dat onze plannen niet door konden gaan omdat de toenmalige burgemeester door politieke vrienden van Erdoğan aan de kant werd geschoven. Hij werd vervangen door een ambtenaar van Erdoğans AK-partij die dit voornemen getorpedeerd zou hebben. Maar na lokale verkiezingen kwam er weer een Koerdische burgemeester en konden we de draad weer oppakken.’ Kunst is voor Toksöz altijd verbonden met politiek. ‘Dat begint al met de taal. Als jongetje mocht ik niet mijn eigen taal spreken. Koerdisch was destijds verboden in Turkije. Het verhaal van de opera gaat over liefde, lust en politieke intriges. Als de geliefde van de temperamentvolle zangeres Tosca gevangengenomen wordt door politiechef Scarpia, komt Tosca in verzet. Voor mij gaat dit verhaal over een dilemma: leven naar wat je hart je ingeeft of toegeven aan angst.’ De situatie van de Koerden verschilt niet wezenlijk van Puccini’s verhaal over macht en liefde in het Rome van 1800, aldus Toksöz. ‘Zelf word ik ook nu nog altijd in de gaten gehouden, ik moet oppassen als ik iets zeg over Erdoğan. Zijn oren zitten overal. Als ik de grens over ga en mijn paspoort wordt bekeken, houden ze mij aan en laten me wachten, stellen vragen en laten me nog langer wachten. Puur pesterij. Maar het tij lijkt te gaan keren. Sinds eind juni Ekrem Imamoglu van de Republikeinse Volkspartij verkozen werd tot burgemeester van Istanbul, is de invloed van Erdoğan dalende. Imamoglu maakt een serieuze kans bij de Turkse presidentsverkiezingen in 2023.’
Vrije Puccini-bewerking
Toksöz wil de cultuur van de Koerden uitdragen met taal en muziek. ‘Tosca is een zangeres en eigenlijk een vrij onschuldig type. Niemand verwacht dat zij een moord zal plegen, maar uiteindelijk gebeurt dat toch omdat zij in de hoek wordt gedreven. Die moord pleegt ze met een hancer, ofwel een Ottomaanse dolk. De hancer is een traditioneel wapen en staat symbool voor de onderdrukking destijds in het Ottomaanse rijk.’ Belangrijk element in de voorstelling is de dengbêj-traditie, een oosterse vertelvorm in taal en zang waarbij twee dengbêj, vergelijkbaar met middeleeuwse troubadours, vertellers zijn maar ook zingen, soms op satirische wijze. ‘We hebben dit ook gebruikt in Hamlet. maar de dengbêj gaan nu ook acteren. Dat is ingewikkeld, want onze Koerdische spelers zijn vooral musici die niet gewend zijn te acteren.’ Het orkest zal bestaan uit vijftien musici en de muziek is een vrijelijke bewerking van Pucini’s originele composities. Het klankbeeld wordt bepaald door instrumenten als viool, contrabas, verschillende blaasinstrumenten maar ook de kermenche, ofwel de knieviool en de kanun, een snaarinstrument uit het Midden-Oosten, vergelijkbaar met een citer. ‘Bekende aria’s als Vissi d’arte en E lucevan le stelle zijn zo dicht mogelijk bij het origineel gehouden, elders worden Puccini’s melodielijnen vrijelijk gemixt met de muziek van de Armeense componist Ardashes Agoshian.’
Tekt: Jos Schuring, beeld: Lonneke van der Palen