Originele ideeën op WinterKaravaan
Voor de zevende Winterkaravaan is de festivalorganisatie de stad Alkmaar uitgegaan om neer te strijken in het kleine dorpje Zuidschermer waar in kerkjes en een boerenschuur een drietal voorstellingen is te zien van jonge theatermakers.
De eerste voorstelling, Mijn 8.26% staat op ontploffen van Emma van den Elshout en Noah Janssen wordt gedanst door Annabel Koele en Tabor Idema die getooid zijn met hoofden van papier maché. Ze komen een voor een de kerk binnen en zoeken met moeite hun weg in de ruimte. Als ze die gevonden hebben pellen ze elkaar langzaam af om nog dichter bij elkaar te komen. Uitbundige klassieke muziek waaronder Tchaikovsky’s Notenkraker begeleidt deze symfonie van beweging die nog wel wat meer richting kan gebruiken.
Bij het bombardement van Rotterdam denk ik aan Jan Smit en niet aan mijn oma is geen voorstelling van Jetse Batelaan, maar geschreven en geregisseerd door Leonie Kuhlmann en gebaseerd op haar eigen familiegeschiedenis. Dochter, moeder en oma spreken over hun levens waarin de zoektocht naar zelfstandigheid voor vrouwen domineert. De teksten met soms unisono uitgesproken zinnen zijn levendig en bevatten vooral observaties maar werken niet naar een conclusie. De regie is sprankelend en het spel energiek.
In de minimusical met de grappige titel Aqueerius wordt de stijging van de zeespiegel gecombineerd met genderfluïditeit. Dat is soms potsierlijk maar ook verrassend. De dramatische lijn vervlakt naarmate de voorstelling vordert om muziek en dans meer ruimte te geven. Mooi dat daarbij ook het orgel in dit schattige stolpkerkje gebruikt wordt. Ook hier valt de energieke inzet op en is het stemmenmateriaal soms sterk. Maker Jip Warmerdam verdrinkt in de tekst die ze schreef met Jasmijn Kenselaar over zeegod Pussy Dawn die de dreiging zou kunnen stoppen. Als soldaat Jan haar op de zeebodem spreekt om de aarde te redden, heeft hij veel dieren ontmoet die zich bezighouden met gender en seks, maar is de ontknoping nogal teleurstellend. Maar fris en origineel is het wel.
De Karvaan verdient een dikke pluim voor hun niet aflatende inzet voor jonge makers die door corona de afgelopen twee jaar weinig mogelijkheden hadden hun kunsten te vertonen. Onlangs heeft de organisatie samen met de Haarlemse Schuur het project Theatermakers van de Toekomst gelanceerd. De Karavaan heeft een goede neus voor oorspronkelijk talent. Dat dit tijdens de zevende editie van de Winterkaravaan leidt tot iets minder aansprekende voorstellingen dan bij eerder edities doet daar niets aan af.