De lol en vriendschap tussen de mannen is duidelijk voelbaar, foto: Ruben Snitslaar
2

FIFTY-ISH – St. ’t Beemstervarken / ProductieCollectief i.s.m. Theater de Meervaart.

Vermakelijk, maar oppervlakkig

Gezien op: 

22 april 2022 in de Meervaart in Amsterdam

Te zien t/m: 

24 mei

“Fifty is cool, fifty is hip!” Op het podium vier mannen van middelbare leeftijd, die zich al rappend aan het publiek presenteren als een soort boyband, inclusief ingestudeerd dansje. Zie hier: de mannen van FIFTY-ISH, oftewel Léon Ali Çifteci, Dennis Rudge, Michel Sorbach en Bart Oomen. Meteen worden de verschillende karakters, uitvergroot, neergezet: Oomen de witte, wat macho, man, Çifteci de aandoenlijke Turk, Rudge de stoere, knappe Surinamer en Sorbach de wat introverte Indo.

De vier doorgewinterde acteurs/theatermakers kennen elkaar van de Amsterdamse Theaterschool, vele jaren geleden. Nu kijken ze samen terug op hun leven en bezien ze hun plek in de huidige maatschappij. Het tempo ligt prettig hoog in deze best vermakelijke voorstelling, maar inhoudelijk blijft het wel wat oppervlakkig. De mannen werken met kleine whiteboards, waar ze om de beurt een woord opschrijven om te bespreken. Zo komen thema’s als crisis, dickpics, schooldiploma’s en angst voor de dood voorbij, in afwisselend boeiende en minder geslaagde scènes, waarin ook geregeld muziek wordt gedraaid of zelf gespeeld. Helaas komen er best wat flauwe grappen voorbij over bijvoorbeeld dalende balzakken. Wel is de afwisseling van muziektheater, spoken word en toneel aangenaam. De lol en vriendschap tussen de mannen is duidelijk voelbaar.

Telkens komt de afkomst van de mannen weer aan de orde: het witte privilege van Bart Oomen, en de nadelen die de andere drie door hun afkomst ondervonden. Dit levert soms botsingen tussen de vier op, waarin Oomen, ook de schrijver van het stuk, goed weergeeft waar het in de maatschappij vaak misgaat in de gesprekken over (anti)racisme en gelijkwaardigheid. Mooi is het moment dat hij ‘Black’ heeft geschreven op zijn whiteboard, vervolgens als witte man er eigenlijk niets over durft of kan zeggen, maar dat niets zeggen in de ogen van de anderen óók weer niet goed is.

Hoogtepunt van de voorstelling is het lied in Turkse stijl, dat Çifteci, zichzelf begeleidend op zijn saz, over zijn overleden vader zingt en waarbij de andere mannen invallen met een couplet over hun eigen vader. Jammer genoeg is dit het enige moment dat de voorstelling echt raakt.


 

Meer weten