Drie zusters - Toneelschuur Producties/Eline Arbo
Radicaal, enerverend en muzikaal
Gezien op:
Te zien t/m:
Haar Weg met Eddy Belleguele was fenomenaal. Zelden waren critici het zo eens en vrijwel direct werd de regie van Eline Arbo bestempeld tot voorstelling van het jaar. Reikhalzend werd dan ook uitgekeken naar haar interpretatie van Drie Zusters van Tsjechov. Die is radicaal, enerverend en prachtig. Wel jammer van het te lange slotakkoord.
Het openingsbeeld intrigeert. Op een klein voortoneel zitten drie vrouwen, gehuld in traditionele klederdracht, met de rug naar ons toe. Als ze zich omdraaien zijn Olga, Irina en Masja, gespeeld door Keja Klaasje Kwestro, Diewertje Dir en Sarah Janneh direct zeer aanwezig. Begeleid door xylofoonklanken zingen de drie een gedragen klassiekerig lied waarna Irina telkens het woord wil nemen wat haar door Olga voortdurend onmogelijk wordt gemaakt. De kleding is symbolisch. De vrouwen zitten vast in een korset van saaiheid sinds de grootste groep soldaten het suffe plattelandsdorp heeft verlaten.
Het beroemde verhaal van Tsjechov is door Arbo flink aangepast en aangegrepen om vrouwenrechten onder de aandacht te brengen. Het stuk begint in 1901 en het tweede bedrijf is in de jaren zestig als de zussen We gotta get out of this place van The Animals zingen. Wat een vondst. Daarna volgen nog scenes in 1988 en 2020. Telkens wordt dan smaakvol gewisseld en klinkt weer andere muziek. Het voelt bijna alsof je steeds in een andere voorstelling terecht bent gekomen wat ook in het decor is terug te zien. De glazen achterwand oogde in het eerste bedrijf nog hoog en gesloten, maar later ontstaan er gaten in de muur. Het brengt de vrouwen echter niet waar ze willen. Dat is overigens niet Moskou. Daar maakt Arbo Reykjavik van omdat dat de beste plaats is als het om gelijke rechten voor vrouwen en mannen gaat.
Met de telkens veranderende sfeer laat Arbo opnieuw zien een zeer begenadigd regisseur te zijn. Mooi is ook hoe componist Thijs van Vuure daarin bijdraagt en hoe de acteurs hun muzikale talent kunnen benutten, zoals in Edyy Belleguele ook het geval was. Sarah Janneh, die ik eerder zag in de Wereldvergadering van Orkater, imponeert het meeste met haar spel. Zodra zij haar mond open doet ben je ademloos. Wat een stem, wat een présence. Tegen het einde krijgt Natasja (Ntianu Stuger) een monoloog over vrouwenemancipatie die vooral bestaat uit feiten en getallen. Zo komen we te weten dat Nederland op de 38e plaats staat op de emancipatieranglijst voor landen als Bolivia of de Rwanda. Deze opsomming duurt lang en wordt drammerig. Het is het enige minpuntje in deze verder opwindende voorstelling.