
De revolutie van de Rinsema's - Orkater & Schouwburg De Lawei
Magistrale ode aan de verbeelding
Gezien op:
Te zien t/m:
Bij Dada zullen de meeste mensen denken aan kunstenaars als Kurt Schwitters, maar niet aan Drachten. Toch raakte daar in de jaren twintig de omgeving in de ban van deze kunststroming die tegen alles in ging dankzij de broers Evert en Thijs Rinsema. Deze schoenmakers ontwikkelden zich tot kunstenaars. Geert Lageveen maakte daar een enerverende, magistrale muziektheatervoorstelling over.
De revolutie van de Rinsema’s speelt zich af begin jaren twintig van de vorige eeuw. Een tijd waarin Wenen de culturele hoofdstad van de wereld was, moderne kunst zich snel ontwikkelde en Europa verwikkeld was in een krachtenspel van ideologieën en oorlog. Het verhaal van de Rinsema’s vindt zijn oorsprong in de ontmoeting van Evert met Theo van Doesburg. Evert is zeer onder de indruk van kunstenaar Van Doesburg en weet hem te overtuigen naar Drachten te komen, waarna ook broer Thijs zich verder ontwikkelde tot kunstenaar, aanvankelijk tot groot genoegen van dorpsgenoot Jeanne Bieruma Oosting. Zij koesterde ook artistieke ambities, maar voor een vrouw in de jaren twintig lag dat weinig voor de hand. Niettemin komt de kunst in de regio tot grote bloei. In de voorstelling komt dat vooral fraai tot uiting in het ontwerp van de gele schoenen van Evert waar de dorpsmeiden Klaasje en Nynke niets van moeten hebben maar Jeanne trekt hen over de streep. Het leidt tot een uitbundige zeer aanstekelijke vreugdedans. Als Van Doesburg later vertrekt om zijn heil te zoeken bij het surrealisme, is de omgeving veranderd. De revolutie van de Rinsema’s is een feit getuige onder meer het als museum ingerichte Van Doesburg-Rinsemahuis in Drachten.
Dit verhaal is opgetekend door schrijver Geert Lageveen die ook regisseerde en hiermee na Lost in the Greenhouse en Het verdriet van de Zuiderzee zijn Friesland-trilogie voltooide. De revolutie van de Rinsema’s is wellicht het magnum opus van Lageveens totale oeuvre dat inmiddels meer dan honderd (!) voorstellingen telt. Lageveen weet de speelplek bij Nij Beets met zanderige heuvels en houten kisten als decor geheel naar zijn hand te zetten met fijne beeldrijke vondsten. De cast is ijzersterk. De ook hier weer veelzijdige Jip van den Dool als Theo van Doesburg is helemaal in zijn element en ook muzikaal sterk op dreef op gitaren, bas en blaasinstrumenten. Renée Soutendjjk als Jeanne overtuigt, maar ook de meidenrollen van Serah Doku en Rosa da Silva zijn fraai bezet met vurig, levendig spel. Da Silva mag daarna nog eens schitteren als Kurt Schwitters en maakt daar een fantastisch feest van waarmee ze diverse open doekjes krijgt. De broers worden keurig maar kleurloos gespeeld door Coen Bril en Jurriaan Bruinier. De altijd bescheiden spelende componist Radek Fedyk voorzag de voorstelling van een uiterst gevarieerde muzikale score waarin veel muziekstijlen prachtig worden geïntegreerd tot een geslaagde mix. Mooi is ook de choreografie van Bambie’s Jochem Stavenuiter voor het jonge, Friese, vrouwelijke spelersensemble De Blue Boys wat ook erg fraaie beelden oplevert.
Maar de grootste merite van deze locatievoorstelling is het schitterende en altijd heldere pleidooi voor de verbeelding. Dat de Randstedelijke arrogantie over ‘de provincie’ langzamerhand aan het verdwijnen is, wordt met deze uitermate geslaagde muziektheaterproductie fijntjes onderstreept. Lageveen is afkomstig uit Drachten en hoe mooi is het dat hij in de herfst van zijn glansrijke carrière deze voorstelling maakt op zijn geboortegrond. Prachtig.