Recensies
Een man komt op in zijn rolstoel, valt en ligt kermend op de grond. Het duurt even voor er hulp verschijnt. Als er twee mannen langs komen, helpen ze hem niet. Ze zetten hem met rolstoel en al op een wip, gevormd door een plank op een gasfles. De rolstoelman manoeuvreert behendig op de smalle plank.
Speciaal voor acteurs Gijs Naber en Herman Gilis schreef Rik van den Bos een aangrijpend verhaal over jonge soldaten die uitgezonden worden in den vreemde. Wat dat met hen doet is onontkoombaar in Leger.
Het mooiste zijn de scènes tussen advocaat Roy Cohn en zijn verpleger Belize. Cohn is een machtswellustig racistisch monster met een vlijmscherpe tong. Hij ontkent zijn homoseksualiteit, noemt zijn aids kanker en kan niet verkroppen dat zijn verpleger een zwarte man is.
In het Torentje zit Rutte en speelt piano. Even later oefent hij in aanwezigheid van zijn voorlichter een toespraak die hij zal uitspreken als reactie op de protesten tegen de cultuurbezuinigingen. Daarin ontpopt de premier zich als kunstliefhebber en fileert hij op hilarische wijze de Nederlandse bekrompenheid.
Kent zet de champagneglazen vast op tafel om de nieuwe acquisitie te vieren. Dan komen de directieleden binnen, maar gezellig wil het niet echt worden in de boardroom van de multinational Lear Inc. Er komt geen acquisitie en het bedrijf wordt onverwacht gesplitst door de CEO, Elisabeth Lear. Zij vraagt eerst liefdesverklaringen van haar drie zonen.
Charlie Parker, Chet Baker, Ray Charles. John Coltrane, Miles Davis, Herbie Hancock, Keith Jarrett, Janis Joplin. De lijst van blues-, jazz- en popartiesten die een versie van het wiegeliedje Summertime opnamen is eindeloos. Ook It ain’t necessarily so is ontelbaar vaak gecovered.
Daniele Finzi Pasca creëerde Corteo bij Cirque du Soleil en was een van de grondleggers van het succesvolle Cirque Éloize. Met La Verità van zijn eigen gezelschap Compagnia Finzi Pasca maakte hij gisteravond in Carré de verwachtingen niet helemaal waar.
‘Wachten jullie ook?’ vraagt een van de verhuizers aan de kinderen in de zaal. Samen met zijn collega staat hij op een speelvloer vol kisten en dozen. De eerste kist gaat open. De verhuizer is verbaasd. Er zit niets in. Een prachtvondst die direct de meerdere lagen in deze raamvertelling helder maakt.
Zou Erik Whien weer zo’n geslaagde acteursvoorstelling maken van Oom Wanja als hij vorig jaar deed met Who’s afraid of Virginia Woolf. Meer dan dat. De tekstbewerking van Casper Vandeputte en de regie houden humor en tragiek mooi in balans. En ja, deze Oom Wanja is ook een feest van fraai acteren.