Voest – Nathalie Baartman
Geestig pleidooi voor gastvrijheid in Voest
Gezien op:
Te zien t/m:
Nathalie Baartman gelooft in Nederland. In gastvrijheid, ook tegenover vluchtelingen, in elektrische fietsen, in haar moeders andijviestamppot met spekjes en in geluidsoverlast van de getatoeëerde buren oplossen door langs te gaan met zelfgemaakte kikkererwtballetjes. Baartman brengt anderhalf uur geestige anekdotes en bespiegelingen die doen verlangen naar een vriendelijker Nederland.
Ze neemt het publiek vanaf minuut één mee naar haar eigen wereld, in Twente, waar ze inmiddels -na een uitstapje naar de Randstad- ook weer woont. Het typische Tukkerse- accent maakt de voorstelling nog authentieker dan hij al is, maar af en toe ook minder goed verstaanbaar. Soms speelt ze expres met de verstaanbaarheid, maar op andere momenten is het zonde van de grap dat deze niet altijd goed te begrijpen is.
Baartman is energiek, toegankelijk, oprecht en innemend. Ze vertelt beeldend over haar ouders en familie. Daardoor geloof je dat ze ook echt in de soms absurde situaties terecht is gekomen waarover ze verhaalt en dat ze verlangt naar een Nederland dat net zo gastvrij is als de meeste Tukkers die zij kent.
Het eerste deel van Voest is voornamelijk grappig; daarna blijven de grappen aanwezig, maar probeert Baartman ons meer na te laten denken over de maatschappij. Dit lukt bij haar verhalen over het asielzoekerscentrum in haar buurt en haar relaas over de Twentse buurvrouw die spontaan wortels brengt voor Baartmans konijn. De bespiegelingen blijven redelijk op de oppervlakte maar na afloop denk je toch na over je eigen gedrag en wens je dat Nederland inderdaad iets meer Twents wordt. Diepere overwegingen zijn echter niet uit Voest te halen. Haar mooie slotlied brengt hoop voor de toekomst, zowel die van Nederland als van Baartmans carrière.
Foto: Roos Gast-Schoneveld