Saturday Night Fever - De Graaf & Cornelissen Entertainment
Geen nieuws in goed gemaakte show
Gezien op:
Te zien t/m:
De politie waarschuwt dat met de metro reizen na zeven uur ’s avonds op eigen risico is en ook Central Park een no go area is in het donker. Welkom in het New York van de jaren zeventig. De recessie maakt het er niet beter op voor protagonist Tony Manero (Buddy Vedder). Saturday Night Fever is gebaseerd op de bekende dans- en muziekfilm uit 1977 waarin John Travolta de legendarische hoofdrol speelde en daarmee doorbrak.
Vedder is innemend, danst en zingt goed maar heeft niet het charisma van Travolta hoewel dat ook aan de leeftijd van de recensent zou kunnen liggen. Vedder volgde een opleiding aan de Frank Sanders Akademie en was eerder te zien in de musical Heerlijk duurt het langst. Het verhaal speelt zich af in Brooklyn, Tony woont nog bij zijn alcoholische, werkloze en agressieve vader en devote moeder, gespeeld door een bijna onherkenbare Mariska van Kolck. Tot zij gaat zingen. Om te ontsnappen aan zijn werk in een verfwinkel en zijn benauwende thuissituatie gaat hij ieder weekend naar club Odyssey waar hij zich ontpopt tot koning van de dansvloer. De meisjes heeft hij voor het uitzoeken. Annette bijvoorbeeld wil dolgraag met hem naar bed maar Tony wijst haar af en preekt: “Je bent als meisje óf net óf een slet.” Anno 2024 had dat best aangepast kunnen worden naar een vrouwvriendelijker alternatief. De mannen mogen alles – “die daar zou ik wel aan mijn pik willen rijgen” – en een van de vrienden maakt een meisje zwanger. Hij wil daar graag over praten maar Tony wordt in beslag genomen door zijn eigen besognes zoals een danswedstrijd. Hij hoopt met het prijzengeld te kunnen verhuizen naar Manhattan. Hij repeteert voor de wedstrijd met Annette maar ruilt haar al snel in voor Stephanie (Esmee Dekker), een knappe verschijning. Zij wil alleen maar dansen met hem wat zij overigens geweldig kan. Of wil ze toch meer dan dat? Disco en drama gaan hand in hand, ze wil hem wel, ze wil hem niet. En natuurlijk krijgen ze elkaar op het laatst.
Het lichtplan is goed doordacht en de bewegende spiegels in het decor zijn eenvoudig maar doeltreffend. Er zitten een paar leuke vondsten in de voorstelling zoals de DJ, geweldig neergezet door Barry Beijer die de lach aan zijn gat heeft. “Op de achtste dag creëerde God de DJ” roept hij vanuit zijn booth. De liedjes van de broeders Gibb worden mooi gezongen door de cast, begeleid door een fijn live orkest onder leiding van Mark Kuypers. Staying alive wordt Ga je leven te lijf en komt een paar keer terug. Er zijn ook wat flauwe en enigszins platte grappen. Als de vrienden van Tony hun middelenvoorraad bespreken, uppers, downers, wat cannabis en alcohol, roept een van hen: “Ik word nog eerder high van een scheet van je moeder”.
Natuurlijk is in deze musical niets nieuws onder de zon en had het script best wat meer geactualiseerd kunnen. Maar de seventies outfits van de spelers, de meezingers van de Bee Gees, het geweldige dansende ensemble en New York als setting maken dat Saturday Night Fever wel doet wat bezoekers verwachten: een ongecompliceerde avond uit met een goed gemaakte show.