Deze Sleeping Beauty wil ontwrichten, maar is ook een romantisch, fantasierijk feest. Foto: Johan Persson
3.5

Matthew Bourne’s Sleeping Beauty - A Gothic Romance

Doornroosje – maar dan anders

Gezien op: 

2 mei 2023 in Koninklijk Theater Carré. Aldaar t/m zondag

Te zien t/m: 

7 mei 2023

Alle feeën zijn uitgenodigd voor het doopfeest van Aurora, prinsessendochter van een koning en koningin – behalve Carabosse. Als zij toch op het feest verschijnt is haar doopgeschenk een vloek: Aurora zal zich (ooit) prikken aan de naald van een spinnenwiel en daardoor overlijden. Eén van de aanwezige feeën heeft haar wens nog niet uitgesproken. Zij weet het naderende onheil te pareren door Aurora niet de dood maar honderd jaar slaap toe te bedelen. De kus van een geliefde prins zal haar daarna tot ontwaken brengen.

Sproken zijn vaak niet eens zo sprookjesachtig. Honderd jaar slapen. Ga er maar aan staan. Zeker voor kinderen zijn ze vaak te gruwelijk voor woorden - ondanks het eind goed, al goed dat er doorgaans aan vastgebreeën wordt. Choreograaf Matthew Bourne doet er in Sleeping Beauty, ook bekend als De Schone Slaapster oftewel Doornroosje, een schepje bovenop door er een duistere ‘gothic’ versie van te brouwen. De inloopmuziek loopt alvast op sinistere handelingen vooruit: omineus onweergerommel naast olijk vogelgekwinkeleer.

Choreograaf Marius Petipa (1818-1910), peetvader van het klassiek-romantische balletrepertoire en ook Sleeping Beauty baseerde zich samen met Pjotr Iljitsj Tsjaikovski in 1890 niet op Grimm maar op Perrault’s La Belle au Bois Dormant. Geheel synchroon met Doornroosje loopt het verhaal daarom niet altijd. Matthew Bourne (1960), artistiek directeur van dansgroep New Adventures en gelauwerd choreograaf, verscheurt graag ijzeren balletklassiekers, zoals eerder Nutcracker!, Het Zwanenmeer -met een volledig mannelijk corps de ballet- en Cinderella tot Romeo and Juliet. Maar hij maakte ook The Red Shoes, Edward Scissorhands en Dorian Gray.

Bourne laat er ook in Sleeping Beauty geen gras over groeien. Hij laat de zoon van Carabosse, de door hem verzonnen Caradoc, genoegdoening halen voor de daad van zijn inmiddels overleden moeder. Met overigens vrijwel dezelfde gevolgen voor Aurora. Bourne vond het problematisch dat Doornroosje na een eeuw slapen wakker zou worden gekust door een wildvreemde prins - op wie zij dan als klap op de vuurpijl ook nog eens op slag verliefd zou moeten worden. En dus verzon hij het personage Leo, de mulchende tuinman van het paleis, op wie Aurora als een blok valt. Doordat Count Lilac (Paris Fitzpatrick) zich als vampier aan hem openbaart, in de hals bijt, en dus als vanzelf het eeuwige leven ontvangt, kan hij ook na honderd jaar berusting, gelaten en met een gerust hart zijn Aurora tegemoet zien. Maar als Leo, na een eeuw haar eindelijk wakker kust, blijkt ook Caradoc (Ben Brown) ter plekke. Komen Aurora en Leo (Stephen Murray) ooit nog bij elkaar?

Bourne’s productie brengt het element van het duistere ‘gothic’ in, maar ook wat aan ‘queery looks’, én trekt het handelingsperspectief naar het heden - we zijn intussen immers honderd jaar na de oerpremière van Petipa in de tijd verderop geraakt. Op de bühne zien we de dansers niet alleen voorbijtrekken (soms op transportband) in veelal exuberante uitdossingen, maar in het deel na de pauze ook in joggingpak en met hippe ijsmuts op – in de verste verten zijn er geen spitzen of tutu’s te ontwaren. Daarbij heeft het de Engelsman niet ontbroken aan humoreske invallen: waar Aurora aanvankelijk als beweeglijke maar wat koddig aandoende stokpop te zien is, die aandoenlijk en vurig door feeën wordt aanbeden, zweeft ze even later als fysiek opgegroeide jongvolwassen vrouw (Cordelia Braithwaite) daadwerkelijk door de ijle lucht; ziet de bloedlikkende vampier mét hoektanden er ook echt ‘creepy’ uit; terwijl  de ‘looks’ van Caradoc, met zijn kostuum, gelaatstrekken, grime en mimiek, kan wedijveren met het clichébeeld van hoe de doorsnee snoodaard eruit hoort te zien.

Buiten aankleding, vondsten en plotwijzigingen is er bij Bourne ook veel aan dans te beleven. In een amalgaam van klassiek balletidioom, gelardeerd met soms wat opgelegde en acrobatische sprongen en hier en daar zoevende pirouettes, zijn er ook verwijzingen naar een meer modern getint bewegingsvocabulaire. Maar minstens zo belangrijk is de gebarentaal, de mime die de technisch vaardige dansers/spelers bezigen. Maar dat lukt ze dat wonderwel. Toch zijn er momenten die wat langdradig aandoen, ondanks de rijke en overdadige decorbeelden en kostuums, misschien doordat Bourne (te) vast heeft gehouden aan de muziek van Tsjaikovski, die hij in integrale delen heeft opgeknipt.

In een amalgaam aan stijlen, invloeden en disciplines (van [show]ballet, [circus]acrobatie en poppenspel tot moderne dans) is, juist daardoor, deze versie toegankelijk voor een breed kijkerspubliek. Op deze ‘gothic romance’ zijn in het goed gevulde Koninklijk Theater Carré dan ook heel wat hardcore ‘gothics’ in donkere kleding, nekbanden en piercings, en vaak met bepoederd gelaat en inktzwarte oogschaduw afgekomen.

Deze Sleeping Beauty wil ontwrichten, en is toch ook een romantisch, fantasierijk feest. Hollywood meets Broadway. Maar een ‘must see’? Voor balletpuristen misschien niet zo, eerder is dit een proefballonnetje dat dient tot mogelijke kennisname van Petipa’s klassieke balletwerk, zoals de versie van Het Nationale Ballet, daar trouwens uitgevoerd met live muziek, maar alhier op band afgespeeld. Als familie-uitje en opmaat daartoe is Bourne’s versie evenwel meer dan geschikt.

 

Meer weten

Genre: