'Het is tevens het bewijs dat mevrouw Van Engelshoven incompetent is als minister. '

Theaters open? Hoe dan?

Vanaf 1 juni kunnen beperkt theatervoorstellingen plaatsvinden. Dertig mensen inclusief personeel is toegestaan. Vanaf 1 juli mogen er honderd mensen het theater in. Gerard Tonen, voormalig theaterdirecteur en gezelschapsleider legt uit waarom dit een onzinnig voorstel is. 

Waarom Mark Rutte de theaters en de gezelschappen een rottende mus gaf.

Op 1 juni gaan de theaters weer open. Eerst voor maximaal dertig personen. Per 1 juli mogen er maximaal honderd personen naar het theater. De aantallen zijn inclusief medewerkers. En daarmee gaf Mark Rutte het theater geen dode mus maar een rottende mus.

Het is tevens het bewijs dat mevrouw van Engelshoven incompetent is als minister. Zij zat bij de kabinetsvergadering die dit besloot en zij had moeten opstaan en zeggen: 'Maar Mark, dit is niks, dit kan niet, dit is bullshit du jour.' Dat deed ze niet, vermoedelijk omdat ze er gewoon geen verstand van heeft, zich er niet in heeft verdiept. Laat ik het uitleggen.

Het probleem van het theater is dat het niet zozeer een logistiek probleem heeft om ervoor te zorgen dat mensen 1,5 meter afstand van elkaar houden. Het probleem van de theaters ten aanzien van het virus is een bedrijfseconomisch probleem. Theater is namelijk een duur product, een product bovendien waar veel mensen aan te pas komen om het te kunnen uitvoeren.

Ik geef het voorbeeld van een grote zaal voorstelling. De gemiddelde grote zaalvoorstelling kost €6.000. Als principe geldt meestal in het theater dat de recette de voorstelling van de avond betaalt. Geld om te programmeren hebben de theaters niet meer. Dus het publiek betaalt de voorstelling.

Als we nu eens kijken hoeveel mensen met zo'n voorstelling annex zijn bij de uitvoering dan komen we tot de volgende inventarisatie. Er staan vijf acteurs op het toneel, daarnaast zijn er zes toneeltechnici werkzaam. Die avond zit er iemand achter de kassa, de theaterdirecteur is aanwezig en er is iemand voor de horeca. De dramaturg van het gezelschap geeft een lezing over de voorstelling. Ik hou het bescheiden want vaak zijn er meer mensen. In totaal tellen we bij een grote zaal voorstelling, en dan houden we het zeer bescheiden, vijftien mensen. Dan blijven er nog vijftien plaatsen over voor het publiek.

Stel dat die vijftien mensen allemaal €25 betalen. De opbrengst per avond is dan €375. Het verlies die avond is €5.650. De voorstelling kan niet doorgaan want zowel theater als bezoekend gezelschap kan dat bedrag bijpassen.
Dan wordt het 1 juli. Er mogen 100 mensen in het theater. We trekken die vijftien mensen personeel er weer vanaf dus er blijven 85 plaatsen over voor het publiek. Samen brengen die 85 mensen €2.125 op. Het verlies bedraagt nu €3.875. Opnieuw kan de voorstelling niet doorgaan.

Natuurlijk zijn er ook kleine zaal voorstellingen. Gemiddelde kost die voorstelling €1.750. Er staan twee acteurs op het toneel. Er zijn twee technici. Een iemand zit achter de kassa. De theaterdirecteur is er en er is iemand voor de horeca. In totaal zeven mensen. Per 1 juni blijven er 23 plaatsen voor het publiek. Ze betalen voor deze voorstelling als entreeprijs €17,50. In totaal dus €402,50. Het verlies is dit keer €1.347,50. De voorstelling kan opnieuw niet doorgaan.

Per 1 juli mogen er 100 mensen in. Maar we spreken over een kleine zaal met 175 stoelen. In de anderhalve meter economie kunnen er dan 50 mensen in. Totale opbrengst is dan €875. Totaal verlies €875. Ook deze voorstelling kan niet doorgaan.

Ik sprak over rottende mus in plaats van een dode mus. De pest met dit kabinetsbesluit is dat het lijkt of de theaters opengaan, dat er dus geen probleem meer is. In feite is er niets opgelost omdat achter de coronacrisis voor het theater een gigantisch bedrijfseconomisch probleem schuilt en dat wordt met dit besluit verhult.

Ja, ja, ik weet het, ik heb de BTW niet eens van de ticket opbrengst afgetrokken. De situatie is dus nog ernstiger.