Theaters op slot, hoe nu verder? Deel 3, theatermaker Servaes Nelissen
Servaes Nelissen speelde samen met René van ‘t Hof, Kees van der Vooren en Vincent van Warmerdam try-outs van Rock me baby dat over een week in première zou gaan.
‘Wilma Kuite, zakelijk leider van Feikes Huis en Alles voor de kunsten had het allemaal zo perfect georganiseerd. Het was zo luxe dat we veel try-outs hadden en daarna nog een week de studio in konden om de puntjes op de i te zetten. Maar het mag niet gebeuren. We hebben afgelopen zaterdag nog onze voorstelling gespeeld in Diemen. Er waren zeventig mensen dus het mocht. Achteraf gezien vind ik het wel heel raar dat we dat nog hebben gedaan.
We zaten met z’n vieren in onze repetitieruimte en hadden net een filmpje opgenomen waar we zelf enorm om moesten lachen. En toen hoorden we dat de theaters dicht gingen. Het was onwerkelijk. Ik ging eerst gewoon door met het beschilderen van mijn poppen. Ik liet me niet zomaar van mijn nest afhalen waar ik twee jaar op heb zitten broeden. Maar uiteindelijk ben ik natuurlijk gestopt. Ik moest de repetitieruimte leeghalen en heb veel spullen meegenomen naar mijn woonboot waar ik ook een studiootje heb.
Mijn vrouw en ik zitten nu al de hele week thuis. Zij geeft les op afstand en ik doe wat klusjes. Ik heb wel wat ideeën maar kan me er nog niet toe zetten om weer aan een nieuw creatief project te beginnen. Ik heb in de afgelopen maanden keihard gewerkt, dus ik kies nu voor ontspanning. Ik heb behoorlijk wat bijgeslapen, gewandeld en opgeruimd. Hoe het verder gaat weten we niet. We hebben van 20 tot 30 mei een serie voorstellingen in Bellevue, ik hoop dat die door kan gaan. Wellicht kunnen we Rock me baby in 2022 hernemen. Dan kunnen René en de anderen ook weer.
Financieel raakt het me niet zo denk ik. Ik ben gedurende de periode van Rock me baby in loondienst en krijg mijn salaris denk ik wel doorbetaald omdat er een regeling in de maak is. In de zomer heb ik een klein project op Noorderzon in Groningen en daarna speel ik weer dertig keer mijn solo Beefteefjes.’
Tekst: Jos Schuring