De dansers nemen bezit van het strand, foto: Gertien Koster

Oerolverslag, deel 2

Op onze tweede Oerol dag -hier is het eerste- is ons theatermenu meer gevarieerd dan de eerste. We missen Brieven van Mia omdat de voorstelling van George en Eran Producties niet in Hoorn blijkt te spelen maar in West. Dat maken we later goed.

En dus zijn we al vroeg op het strand waar we onze eerste voorstelling zien aan het begin van de middag, Hold you horses van De Dansers. Dansconcerten noemt gitarist/zanger Guy Corneille zijn werk bij De Dansers. Het geeft precies aan wat je krijgt: een concert met dans. Hold your horses is een voorstelling die al tourneerde in theaters, maar op het strand van Terschelling een vernieuwde, sprankelende versie krijgt. Als we aan komen lopen, staan Corneille en de dansers op de hoogste planken van de tribune en bewegen vooral met hun handen bij de muziek van Corneille. Even later zitten we daar zelf en kijken uit over de majestueuze zandvlakte. Corneille zingt en de dansers rennen, dansen en bewegen. Het voelt energiek en warm. Na een stuk of zes nummers worden Corneille’s liedjes maar ook de dans die vaak meer enthousiast dan virtuoos is, wat meer van hetzelfde, maar dan verandert toch de dynamiek. Opeens zien we een viermansbandje spelen of staan alle dansers naast elkaar meerstemmig te zingen. Een van de dansers ligt op palen en later zwermen de dansers uit over het giga-strand en verdwijnt een van hen in de verte, een beproefd cliché van locatietheater, maar het oogt fraai. De vrije vorm van deze nog steeds jonge groep is zeer aanstekelijk.

We gaan langs festivalterrein de Betonning waar een rapper met een deejay het publiek van dertigers en veertigers vermaakt, zelfs met een gesampled liedje van Frans Bauer. Leuker is de spoken word van Luan Buleshkaj. Met theater heeft de Betonning niet zo veel te maken. Het is Oerols meest in het oog springende poging om meer jong publiek te trekken. Op de Betonning draait het vooral om drank en beats.

Komt goed van Oostpool is een bizarre komedie van Jan Hulst (regie) en Kasper Tarenskeen (tekst). Het duo is sinds hun Ilias op Oerol 2016 vooral bij dertigers en critici populair en maakten al vele succesvoorstellingen, eerst bij Frascati en nu bij Oostpool. Komt goed is een sf-achtig verhaal waarin een jonge vrouw vanuit de ruimte landt bij een wit houten huis dat bewoond wordt door vreemde gasten die de laatsten van hun soort lijken, van burgemeester tot therapeut. De vrouw doet in marketing en wordt in dienst genomen door het hoofd toerisme om meer mensen naar het dorp te lokken. Mijn pogingen om deze apocalyptisch bedoelde voorstelling leuk te vinden, hebben geen succes, want ik vind het flauw, langdradig en slechts af en toe grappig. Misschien is dit werk gewoon minder leuk voor mensen die de zestig gepasseerd zijn? Zou kunnen. 

Laat op de avond zien we Rijgen van Het Zuidelijk Toneel. Het is een klassiek stuk uit 1896 van Arthur Schnitzler over seksuele moraal, destijds goed voor veel schandaal. In de bewerking van Sarah Moeremans en Joachim Robbrecht wordt door de drie acteurs zo over the top gespeeld dat de ooit en ook nu nog taboedoorbrekende passages over bijvoorbeeld pedofilie, incest en seks met dieren niet weten te raken, maar vooral dood slaan.
 

Oerol duurt nog tot en met 19 juni

Meer weten