
OEROL VERSLAG DEEL 3
Drie dagen lang was Scènes op Oerol. Dit is het derde en laatste deel van een serie artikelen waarin we verslag doen.
Hoe overleeft Oerol?
Al jaren klagen mensen dat Oerol zo veel geld kost. Het polsbandje dat je nodig hebt om kaartjes te kunnen kopen kostte vorige jaar 45 euro, dit jaar zestig. Een paar jaar geleden was dat nog vijftien euro. Bij de voorstelling De Clown van De Veenfabriek die ik gisteren bezocht waren tweehonderd mensen. Nog niet half vol. Kaartjes kostten veertig euro. Dat is niet echt duur want je geniet ook van eten en drinken, maar het is wel veertig euro, best veel geld. De kostenstijgingen zijn voor alle festivals een probleem. Voor Oerolbezoekers geldt daarbij dat de verblijfkosten hoog zijn. De gemiddelde bezoeker gaf vorig jaar 940 euro uit aan horeca, accommodatie en winkels volgens een onderzoek van Henrik Beerda. Tel daarbij de kosten voor theaterbezoek op en dat bedrag stijgt ver uit boven de duizend euro. Oerol spant zich al jaren in om jong publiek binnen te halen. Dat is natuurlijk erg moeizaam. Het persbericht dat het festival gister verspreidde meldt dat een kwart van de bezoekers beneden de 35 jaar oud is. Dat zou kunnen, maar mijn waarneming tijdens drie dagen, veel fietsen en bezoek aan zeven voorstellingen was totaal anders. Hoe dan ook moet Oerol nog steeds diep nadenken over de toekomst. Het festival is al geruime tijd een feestje voor de oudere elite. Daar kan Oerol misschien niet zo heel veel aan doen. Dat het aantal voorstellingen inmiddels rond de 25 schommelt waar het een paar jaar geleden nog veertig was, is ook te begrijpen. Maar het roept wel veel vragen op. Wat is de toekomst van Oerol? Het antwoord is ingewikkeld. De Oerol-organisatie doet zijn best. Misschien zijn de ondernemers op Terschelling aan zet.
Impressie van De Clown van De Veenfabriek
Het muziekthetaergezleschap De Veenfabriek heeft een innige band met Oerol en pakt regelmatig uit met grootschalige voorstellingen. Met De Clown is dat niet anders. Het voormalige festivalterrein Westerkeyn is omgebouwd tot een klein dorpje met tenten voor het gezelschap en een grote weide met een prachtig getimmerd schavot-achtig speelvlak en tribunes. Het oogt schitterend. De Veenfabriek is voor deze gelegenheid een internationaal gezelschap geworden met veel Syrische inbreng, maar ook Duitse acteurs. Regisseur Joeri Vos bewerkte het toneelstuk De Clown van de Syrische dichter Muhammad al-Maghut. Vos maakt er een soort montagevoorstelling van want hij last ook stukken in uit Midzomernachtsdroom en Othello van Shakespeare. Maar al snel mondt het moeilijk te volgen verhaal uit in een anti-Israël pamflet. De wat chaotische voorstelling is charmant en ontroert als een van de acteurs een passage uit een nog niet uitgeleend boek uit de bibliotheek voorleest over kinderen in Gaza die vermoord of uitgehongerd worden. Coherent wil de voorstelling niet worden. En dat is wel erg jammer gezien de enorme energie die tientallen mensen hebben geïnvesteerd in deze schitterende geënsceneerde productie. Mooi is de mengelmoes van culturen met vele nationaliteiten. Ook de muziek maakt De Clown toch nog wel tot een gedenkwaardige voorstelling. Bastiaan Woltjer componeerde samen met Ghaeth Almaghoot dei ook meeschreef aan het script een aantal schitterende stukken waarij muzikale invloeden uit het Midden-Oosten met traditionele instrumenten als duduk en oud gecombineerd worden met elektronica, trombone en klarinet. Ronduit schitterend zijn de geluidslagen die Woltjer toevoegt aan het klarinetspel van Almaghoot. Jammer dat de altijd ijverige Vos een onbegrijpelijk verhaal maakte. Misschien moet hij eens een dramaturg inschakelen.