Met Annet van Nieuwenhuizen

Eric van der Donk overleden

Zaterdag is acteur Eric van der Donk overleden op 92-jarige leeftijd. In 2013 interviewde Maria Goos hem voor ons tijdschrift over een leven op toneel. 

Heeft spelen u gelukkig gemaakt? 'O ja! Dat is één van de redenen waardoor ik op mijn 84 ste nog een jonge uitstraling heb; het vak. En erkenning. Ik hoor regelmatig: 'O, wat hebben we van u genoten.' Dat kan je beter hebben dan dat ze zeggen: 'Wat heb je nu weer voor iets afzichtelijks gemaakt Gordon.'

Wat was u geworden als u niet was gaan spelen? 'Mijn liefde ligt bij architectuur. Maar ik denk niet dat ik daar de structuur voor heb. Op het gymnasium wilde ik marineofficier worden, maar dat slaat natuurlijk helemaal nergens op. Ik hield wel hele lange bevlogen spreekbeurten over de slag in de Javazee die ik met veel verve en uitbeelding bracht. Dit tot ergernis van de andere jongens in de klas. Ja, daar kon je toch al die komediespeler in Eric zien zitten eigenlijk.'

Wat is het belangrijkste wat u op de opleiding heeft geleerd? 'Ik heb geen toneelopleiding gehad. Mijn vader had voor mij een baantje geregeld bij een reisbureau in de Leidsestraat, Lisonne Lindeman, en daar ontwikkelde ik zonder dat ik het wist mijn gevoel voor publiek. Ik bleek mensen te kunnen inpakken. Kwamen ze voor een ticket naar Rome en gingen ze weg met dat ticket, plus een tour by night en een hotelboeking. Ik had wel met de korzelige toestemming van mijn academisch geschoolde vader naar de toneelschool kunnen gaan, maar ik prefereerde het om in het geniep toneellessen te volgen van onder andere Louis van Gasteren die mij op een gegeven moment doorstuurde naar toneelgroep Puck, de voorloper van Centrum. Daar zeiden ze: 'Ja, je kunt wel zien dat je lessen hebt gevolgd bij Louis, dat moet er allemaal uit.' Maar ik mocht toch blijven. Eric Schneider speelde daar de zwaardere rollen, ik zat vanaf het begin in de lichtere hoek.'

Wie is uw voorbeeld? 'Han Bentz van den Berg. Die had een manier van spelen, die was zijn tijd ver vooruit, dat was een puur naturel! Heel anders dan Ko van Dijk in die tijd. Zoals er nu gespeeld wordt, dat deed Han toen al.'

Bent u tevreden over het verloop van uw carrière? 'Ik denk dat ik wel op waarde geschat ben. Ik heb, op een paar maanden na, altijd werk gehad, meer dan vijftig jaar lang. Het is een prachtige carrière geworden met een mooie opbouw. Na Puck ben ik naar Arnhem gegaan, naar Toneelgroep Theater waar ik zo'n dertig jaar een vast engagement had. Daar deed ik de eerste jaren ook nog, heel opgewekt, productiewerk zoals posters maken en zo. Later ben ik me uitsluitend gaan toeleggen op het spelen. Ik had alleen misschien wat meer Tjechow willen doen, de rol van Astrow in Oom Wanja. En niet ík, maar andere mensen hebben mij ingefluisterd dat ik King Lear had moeten spelen. Dat is toch de Splinter ( Oud Geld) van de middeleeuwen. Maar dat kwam niet van mij. Ik heb altijd een heel beperkte verwachting van mezelf gehad. Toen ik De Spaanse Brabander mocht spelen was ik stomverbaasd. En daarna kwam de Ayckbourn cyclus. Jaaah! Daar kan ik in zweven, vliegen! Die man heeft het zo begrepen. Net als Tjechow. Ik was een beetje Eric de Ayckbourn speler.'

Kent u, zoals zoveel andere acteurs, de acteursnachtmerrie? 'O ja! Bij mij is die altijd hetzelfde. We zijn aan het repeteren en ik ben de enige die zijn tekst nog niet kent. En iedereen zucht en steunt en kijkt naar me met zo'n blik van: 'Kom op Eric, zo moeilijk is het toch niet?' En ik bak er steeds minder van.Vreselijk!'

Heeft u veel moeten opofferen voor het vak? 'Heel veel! Ik moest ontzettend hard werken aan een rol. Bijna te hard. Het is mij nooit komen aanwaaien. Ik had veel moeite met het leren van een tekst. Ik maakte kromme zinnen. Op de een of andere manier onthield ik de tekst altijd in een andere volgorde dan het geschreven was. En het moest precies zijn! En ik heb decennia lang gedoubleerd. Dus overdag aan het ene stuk repeteren en 's avonds het andere stuk spelen. Op feestdagen zat Eric thuis toch met een stuk in zijn handen te leren. Ja, dat is wel ten koste van het gezinsleven gegaan. De kinderen verwaarloosd, toch wel.
Arnoud in 'De school der vouwen' van Moliere, dat was voor mij een kruistocht om daar uit te komen. Dat was voor mij een enorm lijden. Ik ging elke repetitiedag dat hele stuk spelen. Dat houdt geen mens vol! Tijdens de tournee hield ik elke avond Arthur Boni vast en dacht ik: 'Hoe kom ik hier doorheen.' Het was een tour de force. Vier uur lang continue op het toneel. Dat was... nou ja... het was verwoestend. Elke dag dacht ik: 'Hoe kom ik er vanavond weer doorheen. Wat ook een heftig ervaring was die me altijd is bijgebleven is toen ik Achilles speelde in 'Troilus en Cressida'. Dat was een bloedernstige rol. En toen gebeurde er op een avond ineens iets lichamelijks. Alsof ik bijna door de vloer zakte. Alsof er onder mij een gat in de vloer ontstond waar ik in zou zakken. Heel eenzaam. De eenzaamheid van die man, die Achilles, werd zo voelbaar dat ik bijna van mijn stokje ging. Het was vreselijk, maar ook heel mooi. En als je zo'n moment de volgende voorstelling wil terughalen, de intensiteit ervan wil herhalen, dan gaat dat niet.'

Wat is de laatste voorstelling die u heeft gezien? 'Dat was 'Lange dagreis door de nacht.' Die voorstelling heeft een diepe diepe indruk op mij gemaakt. Die voorstelling heeft mij het antwoord op de vraag gegeven hoe je de grotezaal moet bespelen. Ja, het is de overwinning van Ivo van Hove op de grotezaal. Doordat de acteurs allemaal gezenderd zijn ontstaat er een enorme intimiteit in die grote bak. Ik vond dat fenomenaal! Al zat je op de achterste rij, dan nog had je het gevoel dat je iets heel intiems meemaakte dat eigenlijk niet voor jou bedoeld was. Een beetje alsof je met de deuren open in een hotelkamer zit, en je hoort per ongeluk een gesprek vanaf het terras. Vroeger moest je altijd denken aan die mensen die 22 meter van je vandaan zitten. En dan niet gaan schreeuwen. Dat helpt niet. Nu wordt je door de techniek in de grotezaal geholpen. Dat is iets fantastisch. Zo'n technicus, die zo'n voorstelling als een soort audio-regisseur helemaal begeleid, zodat dat intieme geluid consequent blijft. Fantastisch! Ik heb nog meegemaakt dat we in een voorstelling muziek nodig hadden en dat gebeurde dan doordat de technicus een plaat opzette op zo'n mono pick upje. En uitgerekend Eric, die de ballen verstand had van techniek, werd door het gezelschap naar Philips gestuurd om een versterkertje te kopen.'

Is er iets wat u anders had willen doen? 'Er zijn wel een paar voorstellingen geweest waar we als gezelschap niet uitkwamen. Bijvoorbeeld een stuk, een bewerking van een boek van Scot Fitzgerald. Dat was niet geslaagd. Dat kun je rustig zeggen. Ik heb een aantal keer meegemaakt dat een stuk niet lukte en dat was dan meestal te wijten aan een regisseur die had gedacht: 'Ach, dat stuk, dat doen we even.' Niets is zo erg als de zelfoverschatting van een regisseur. Wat ik heel erg waardeer in de houding van Willibroord Keesen, van Keesen&Ko, wat helaas is opgeheven, is zijn mentaliteit van hoe hij in het vak staat. Ik heb daar meegemaakt dat een voorstelling gewoon niet doorging omdat hij zei: 'Ik stop ermee, ik kom er niet uit.' Dat heb ik veel liever dan dat je acteurs de provincie in stuurt met iets waarvan iedereen weet dat het mislukt is. De laatste jaren bij toneelgroep Theater, dat waren donkere jaren. Er was geen greep meer op het geheel, het rammelde aan alle kanten.Ja, zo'n teloorgang van een gezelschap dat is vreselijk.'

Wat is er de afgelopen jaren verbeterd in toneelland? 'Intelligentie. Dat is het eerste. We zijn weg van die... van dat alleen maar door emoties geleid artistiek leiderschap. Er wordt nagedacht over repertoirekeuzes en over de manier van spelen. Vroeger bleef men voor het gemak nog al eens hangen in een blijspeltoontje, ook als dat ten nadele was van het stuk. Er wordt nu meer nagedacht over wat een stuk zegt over de heersende sociale en politieke toestand in een land. Dat vind ik nog altijd wezenlijk voor de keuze van het repertoire, dat je je afvraagt: heeft het publiek hier iets aan. Ik geloof ook dat de acteurs op de toneelschool beter hebben leren denken. Dat is toch geen vergelijk met vroeger. Als je ziet hoe intelligent de acteurs in' Lange dagreis door de nacht' zijn.'

Is het publiek veranderd? 'Het is wel zo dat het jeugdig publiek geen band meer met de grotezaal heeft. Dat moeten we zien terug te krijgen. En dat kan door dingen zoals die musical van Gijs (Scholten van Aschat) kom, hoe heet het, Richard drie! Met die liedjes van Tom Waits er in. Schitterend.'

Wat is er verslechterd in de loop der jaren? 'Ik denk dat wij allemaal zijn gaan lijden aan een soort gebrek van taalopvang. Ik denk toch dat wij meer moeite hebben gekregen met luisteren. In der loop der tijd is het leven zoveel meer ingesteld op visuele prikkels. De taligheid van toneel, daar lijken mensen meer moeite mee te hebben. Ze willen het liefst steekwoorden als houvast en als ze er meer moeite voor moeten doen, dan vinden ze dat vaak lastig.
Het gedrag van publiek vind ik eigenlijk niet veranderd. Maar als er iemand een pepermuntje pakt op het moment dat het stuk is begonnen, dan ben ik heel streng. Dan doe ik meteen: 'Stil'!'

Wilt u nog iets kwijt? 'Ja. Ik wil niet meer spelen, toneelspelen, maar om één reden heb ik daar wel spijt van. Ik zou namelijk kunnen bewijzen dat televisie- en filmwerk doen bevruchtend kan werken als je weer op het toneel staat. Het wezenlijke van film is dat je in een close up ziet wat iemand denkt en dat moet je op het toneel ook doen, zonder dat je het enorm vergroot voor de achterste rijen.'

 

 

Meer weten

Genre: