Drammerig pamflettistisch theater van TG Echo
Op papier ziet het er veelbelovend uit. De twee jonge meiden van TG Echo zijn geregisseerd door Paul van der Laan van Bambie en gebruiken teksten van Magne van den Berg. Maar in de praktijk blijkt Stel je bent een koe pamflettistisch theater dat vooral drammerig is.
Vanaf de tribune kijken we naar een draaimolen in de wei. Er achter grazen koeien. De twee actrices spreken ons toe en vragen ons de ogen te sluiten. Gedurende een minuut of tien vuren ze gruwelijke feiten over de vleesverwerkende industrie op ons af. Als we de ogen mogen openen, draaien in de draaimolen bungelende kartonnen varkens.
De actrices zetten een varkenskop op en lopen nu heen en weer met borden met teksten als ‘Op een willekeurige dag in 2014 leefden ruim 130 miljoen dieren in de Nederlandse bio-industrie.' Op een ander bord staat hoeveel daarvan kalkoenen zijn. Dit gaat eindeloos door. De voorstelling is nog geen kwartier oud en de verveling viert hoogtij. Kan dit nog goed komen, vraag ik me vertwijfeld af.
Het komt niet goed. De dames gaan barbecueën en debiteren teksten over de geneugten van het vlees eten. Ook dit duurt lang totdat een van de twee vragen begint te stellen over het welzijn van dieren. Veel ontwikkeling zit daar echter niet in.
Even later schreeuwt een van de twee actrices losse opmerkingen over hoe gruwelijk dieren mishandeld worden in de vleesindustrie. Dan loopt een van de twee met een rubberen kalkoen op zijn hoofd de weide in. De ander loopt er achter aan terwijl zij pogingen doet viool te spelen.
De actrices spelen niet slecht. Ook zingen ze niet onverdienstelijk. Soms bevriezen ze een scène wat op zich best aardig gedaan is. Tegen het eind gaat het gesprek over verschillen tussen mens en dier. Daar zou het nog interessant kunnen worden. Maar ook hier blijft spanning of drama totaal achterwege. De goede bedoelingen van deze theatermakers wekken geen moment sympathie. Ze iriiteren vooral.
* Stel je bent een koe - TG Echo, Gezien op Oerol op 15 juni. Komend najaar op tournee in de vlakkevloertheaters.
Tekst: Jos Schuring