Bij Homo Desperatus van Dries Verhoeven is concept sterker dan uitvoering

In zijn spannende oeuvre van theater zonder acteurs zet Dries Verhoeven met Homo Desperatus een grote stap.  Draaide het in vorig werk vaak om het ontwikkelen van een band met mensen die je niet kent, hier zijn de mensen afwezig en vervangen door mieren.

Bij de entree van deze theatrale installatie in het Stedelijk Museum van Den Bosch is een tekst te lezen over het oplossend vermogen van mieren waarbij het collectief belangrijker is dan het individu. We zien in een grote donkere museale ruimte veertig vitrines waarin rampplekken of plaatsen waar veel leed is, zijn nagebouwd met gips. Van de kledingfabriek in Bangla Desh tot de kernreactor in Fukushima. In de vitrines lopen mieren rond.

Omdat mieren voor negentig procent onder de grond leven, bedacht Verhoeven een langzaam bewegende smalle lamp over de volle breedte van de zaal  die een lichtstreep door de ruimte trekt. Hierdoor is een vitrine slechts een of hooguit twee minuten goed te bekijken. Elke vitrine heeft ook een videocameraatje en op een van de zijwanden zie je de mieren op film. Het lijkt Hotel Modern wel. 

Dat mieren bijzonder ijverig zijn en constructief weten we, maar dat wil je dan toch ook graag zien als je naar zo’n vitrine of projectie  kijkt. Maar dat kan dus niet langer dan een of twee minuten. Daarna is het donker. Dat is teleurstellend.  Je vraagt je na een tijdje af waar je nou toch eigenlijk naar zit te kijken. Verhoeven wil ons onze rol in het wereldleed, het menselijk ingrijpen dus, laten zien. En koos de mier als metafoor. Een prachtig concept, maar de uitvoering is minder sterk.

** Gezien op 13-8-2014 tijdens Theaterfestival Boulevard
Tekst: Jos Schuring

Meer weten

Genre: