Criticus Marijn Lems: 'Woede is niet erg'
De meest controversiële theatercriticus van dit moment is dol op polemiek en laat geen gelegenheid voorbijgaan om discussie te bevorderen. Marijn Lems schrijft voor NRC, De Groene Amsterdammer en Theaterkrant. Dat zijn recensies nogal eens irritaties oproepen deert hem niet. Integendeel.
Voor Lems is een recensie eigenlijk een voorstel of een ontmoeting. ‘De criticus gaat naar een voorstelling, neemt zijn bagage mee, kijkt naar wat hij ziet en reflecteert daarop. Daar ergens ontstaat iets. En daar moet een recensie over gaan. Ik wil zo graag dat er meer inhoudelijk over kunst wordt gesproken, dat gebeurt zo weinig in Nederland, zeker in vergelijking met Duitsland. Ik vind het mooi als een recensie het gesprek over kunst voedt. Tussen kunstkijkers onderling, tussen theatermakers en ook tussen makers en publiek. Ik heb een brede kijk op kunst en vraag me altijd af wat theater over de maatschappij te zeggen heeft. Of hoe theater zich verhoudt tot hoe we met z’n allen kijken naar de wereld om ons heen.’
Oneindige interpretaties
Lems schreef op verzoek van Festival Cement in Den Bosch een manifest voor de kunstkritiek en pleit daarin voor onafhankelijkheid en subjectiviteit. Reacties van publiek doen er voor hem dan ook niet toe. ‘Tenzij die reacties mij aan het denken zetten, bijvoorbeeld als ik een grap als problematisch of racistisch ervaar en merk dat er wel om gelachen wordt. Maar het is natuurlijk ook zo dat reacties van publiek een energie in de zaal genereren wat je kijken kan sturen.’ Lems vindt dat de intenties van theatermakers niet relevant zijn. ‘De urgentie moet blijken uit de voorstelling. Ik baseer mijn mening op wat ik heb gezien en als dat iets anders is dan wat makers hebben bedoeld, vind ik dat geen probleem. Kunst is altijd goed voor oneindige interpretaties. Dat vind ik nu juist zo aantrekkelijk.’ Lems waardeerde de voorstelling Heissenberg in regie van Johan Simons met Hans Croiset en Elsie de Brauw met één ster. Dat baarde nogal opzien. ‘Juist omdat dit zulke prestigieuze makers zijn, vind ik dat ik hard mag oordelen. Jonge theatermakers benader ik veel voorzichtiger.’
Irritante zak
Negatieve recensies kunnen heilzaam zijn, aldus Lems. ‘Toen ik achttien was las ik altijd de filmrecensies van Peter van Bueren in de Volkskrant. Ik vond hem reactionair en was het altijd oneens met hem, maar ik las het wel altijd. Zijn verhalen hebben mij wel geholpen om mijn eigen visie op kunstkritiek te ontwikkelen.’ Voor Theaterkrant schrijft Lems anders dan voor NRC of De Groene. ‘Bij Theaterkrant heb je volledige vrijheid. Bij die lezers veronderstel ik meer voorkennis dan die bij NRC of De Groene. Bij NRC werd me bijvoorbeeld verzocht het woord dramaturgie te vermijden. Bij De Groene willen ze graag dat ik vooral ervaringsgericht schrijf. Bij Theaterkrant is de hoeveelheid tekst onbeperkt. Bij NRC of De Groene is een recensie driehonderd of vijfhonderd woorden. Maar dat verschil in benadering vind ik ook interessant omdat het mij dwingt tot anders nadenken over de lezer en over mijn werk.’ Ik vertel hem dat ik, kort na zijn recensie van In vrede van Berg&Bos op Theaterkrant, een app-berichtje kreeg van een collega: “Wat vind ik die Marijn Lems, die ik verder niet ken, toch altijd een irritante zak in zijn recensies.” Lems moet grinniken. ‘Ik begrijp dat mijn uitgesproken manier van recenseren en mijn wijze van stellingname soms irritaties oproept. Het betekent dat mijn werk wel mensen raakt en dus iets teweegbrengt. Als dat woede of afkeer is, is dat niet erg. Het is een teken van engagement.’ Het lijkt er op dat Lems deze controversiële positie koestert. ‘Dat is denk ik wel waar.’
Tekst: Jos Schuring